vliegvissen
Per toeval haakte ik in op #blogpraat, een initiatief van Elja Daae (@Elja1op1), wat eigenlijk een soort tijdgebonden groepsdiscussie op twitter is. Voor ik het wist was ik met een stel mensen tegelijk in gesprek en probeerde ik in sneltreinvaart te luisteren en te reageren. Onderwerp van deze specifieke discussie was -als ik het goed begrepen heb- slow bloggen. Een transcript van de discussie volgt op http://blogpraat.com. In die discussie kwam ook naar voren dat een onderwerp als vliegvissen voor de een saai zou zijn en voor de ander niet. Wat interessant gevonden wordt is dus niet alleen afhankelijk van de schrijfstijl of snelheid van bloggen, maar ook van het onderwerp. Straks meer over vliegvissen, eerst wil ik nog even meer informatie geven over slow bloggen.
Op Blogpraat.com staat een aanzet tot een definitie en hoe we aan de term komen. “[…] dit artikel: Write Less, Say More. Hier een Nederlands artikel met links naar nog veel meer moois op dat gebied: mvandervelden.nl/slow-blog. Natuurlijk draait bloggen om de inhoud maar wat is het verschil tussen een slow blogger die niet frequent wil bloggen en eentje die niet frequent kan bloggen? Iedereen wil graag rake teksten schrijven maar ziet je lezer het verschil?”
Van bobo tot nono
In 2006 begon ik met mijn eerste weblog; dit weblog is de zoveelste versie van dat oorspronkelijk weblog en er zijn nog wat oude berichten te vinden; het ging vooral over crossmedia. Ik wilde zelf bloggen omdat ik het voor die tijd wel promootte via het kleuterblad Bobo (een eenvoudige blogfunctionaliteit voor basisscholen, zodat ze ouders meer konden betrekken bij wel en wee van de klas en organisatie van taken op school) en t.b.v. de corporate communicatie van Sanoma Uitgevers, maar vond dat ik het dan zelf ook maar eens moest gaan doen. Dan wist ik immers waar ik het over had. Toen schreef ik voor de vuist weg.
Hoewel bladendokter Rob van Vuure officiëel mijn ‘mentor’ was bij Sanoma Uitgevers, dacht ik aanvamkelijk dat voor ’n blog die wijsheid niet op zou gaan. Dat dacht Rob ook. Hij wilde me graag helpen, gaf zijn boeken mee, maar liet ook weten dat cross- en social media niet zijn expertise waren. Als nieuwbakken hoofdredacteur had ik wel wat te leren en las zijn boeken, probeerde aan de hand daarvan de bladen te analyseren en begon desondanks halsoverkop te publiceren op mijn blog. Ik schreef op goed geluk lange of korte berichten; vaak te lang. Met mij waren er velen, die van onbekende vakgenoot binnen korte tijd de expert werden en het weblog was daarbij het zelfrijzend bakmeel. Anderen raakten gaandeweg onttroond als autoriteit. Soms omdat ze minder expertise bleken te hebben dan degenen die al bloggend zich razendsnel in een onderwerp verdiepten en via de werking van de ‘virtuoze cirkel’ de kennis, ervraing en autoriteit als een magneet om zich heen verzamelden.
de stroom, het tij en het droogvallen
Intussen zijn er onnoemelijk veel weblogs bijgekomen. Veel zijn ook allang weer ter ziele, uitgestorven, of bewegen zich onder het oppervlak van wat we gewoonlijk waarnemen. Anderen hebben de vorm aangenomen van vaktijdschrift, zoals Frankwatching, vaak met een eigentijds uitgever-model erachter. Ook het Erfgoed 2.0 weblog, dat ik in 2007 als proefproject met HBO studenten startte, functioneert op bescheiden wijze als vaktijdschrift. In de loop der tijd heeft daar een verandering plaatsgevonden. Waar we eerst signaleerden en kort becommentarieerden, zijn we steeds vaker inhoudelijke artikelen, overpeinzingen en bijna-manifesten gaan plaatsen. Dat heeft niet alleen te maken met de beschikbare hoeveelheid tijd (steeds minder), maar wellicht ook met de stand van zaken in de erfgoedsector. Waar we eerst met enthousiasme nieuwe mogelijkheden onder de aandacht brachten, ligt de sector nu onder vuur en is er meer behoefte aan beleid en herbezinning. En we bewegen met een weblog makkelijk met het tij mee. Altijd ligt echter het gevaar van droogvallen, opdrogen van de bron op de loer. Rob van Vuure geeft in zijn boeken talloze tips om dat te voorkomen. Meestal worden blogs tamelijk impulsief opgezet, of juist als panacee tegen een vastgelopen interne bedrijfscultuur, als deltawerk die het tij moet keren. Maar zelden wordt voldoende nagedacht over de continuïteit, de formule (variatie in toon en smaak, bladritme, verschil tussen diepgang en actualiteit, beschouwing en schokeffect) of over het betrekken van lezers, ambassadeurs, commentatoren, etc.
Met de komst van het microbloggen (twitter, facebook, statusupdates via LinkedIn, Google+, e.d.) is er een linking pin bijgekomen, die met een simpel ‘haakje’ een langer bericht de wereld in kunnen slingeren. Zowel de eigen content als die van anderen profiteert daarvan. Wat niet wil zeggen dat alles van waarde ook boven water wordt gehaald. Maar het biedt wel ruimte voor langere artikelen, dossiers ook (bijvoorbeeld door intern te linken of door gebruik te maken van plugins die gerelateerde berichten tonen), al dan niet gekoppeld aan presentaties, foto’s, video’s (interviews, instructies en how-to’s) en nog langere publicaties op bijvoorbeeld Slideshare, Pinterest, Facebook, YouTube, Vimeo, Issuu en/of Scribd. De noodzaak om kortere blogposts te schrijven wordt daardoor minder groot, denk ik.
vliegvissen en vliegende vissen
De noodzaak om (technisch) beter te schrijven wordt daardoor wel groter. Simpel gebruik van witregels en tussenkopjes, zoals je hier zet, is een eerste begin. Het doseren van links en afbeeldingen eveneens. Gebruik maken van opbouw en betoogtrand helpt natuurlijk ook.Maar de basis is wel de voorbereiding, research doen, bronnen opzoeken en verifiëren, tegengeluid en een gekantelde mening opzoeken, eventueel navraag doen (kan ook via Twitter en Facebook).
Daarentegen schrijf ik dit, zoals je wel merkt, in één ruk omdat ik nu wil profiteren van het moment; en dan is deze blogpost alweer te lang eigenlijk. Misschien kun je slow bloggen vergelijken met vliegvissen. De vissers staat met aanmerkelijk geduld in het water, wetende dat er nagenoeg onzichtbare vissen aanwezig zijn, die hij met de juiste techniek moet verleiden tot het happen in de haak. De plezier in die handeling, het gaandeweg verfijnen van de techniek, maar vooral het lekker buiten zijn met een excuus voor het langzaam genieten van het verstrijken van de dag, zijn daarbij wellicht bepalender dan de opbrengst. De beloning is misschien niet een enorme vangst, maar wel een bijzondere. Bij een groepsblog, waar veel auteurs samen voor de contiunuïteit en frequentie zorgen, merk je dat minder. samen trekken ze veel bezoek, wat de opbrengst per artikel ook verhoogt. Dat is dus vliegvissen met een net.
En dan zijn er nog steeds de weblogs die je soms opeens ontdekt, waar je via twitter of faceboo of Stumbleupon terecht komt en je heel even heel hevig verbazen. dat zijn dan de vliegende vissen. Op onnavolgbare wijze verheffen ze zich boven het wateroppervlak, al duurt het niet lang.
2 Replies to “vliegvissen”
had niet verwacht dat ik een blog over vliegvissen met veel interesse zou lezen;)
Dat is fijn om te horen Nanouk, dank je wel!