Nationaal Historisch Museum als community
Binnenkort start op de Reinwardt Academie de minor e-cultuur. De Reinwardt Academie is een HBO-opleiding op het gebied van cultureel erfgoed en leidt op voor een groot aantal beroepen in de erfgoedsector. Afgestudeerden kunnen bijvoorbeeld terecht als tentoonstellingscoördinator, beheerder van een depot, registrator, medewerker van een afdeling educatie, informatie- en communicatiedeskundige of manager van een bezoekerscentrum. Ik zal deze minor als gastdocent begeleiden.
De huidige ontwikkeling is, dat erfgoed- en cultuurinstellingen veranderen door de wijze waarop ze hun boodschap verspreiden, hun collectie archiveren en beschikbaar stellen. De wijze van communiceren met het publiek, de promotie en de marketing veranderen ingrijpend. Je zou in dit verband kunnen spreken van “organische communicatie”, een vorm van communiceren waarbij de boodschap niet vantevoren gestold is tot een vast uitgangspunt, maar een vorm die gaandeweg groeit en zich kan aanpassen aan veranderende percepties bij zowel ontvanger als zender. Een rol die overigens voortdurend van houder wisselt.
Als praktijkcase voor de minor e-cultuur wordt dit studiejaar het Nationaal Historisch Museum genomen. Er was even commotie omtrent de keuze voor een locatie. Maar hoe belangrijk is die locatie in de tijd van Web 2.0, open source, RSS en dergelijke? Maakt het nog uit waar het museum fysiek gevestigd is? Welke mogelijkheden biedt een digitale, virtuele variant?
Daarbij komen inhoudelijke en organisatorische vragen aan de orde. Zoals: hoe zou een online variant van het NHM zich kunnen ontwikkelen? Welke mogelijkheden en meerwaarde biedt dat voor de collectie/exhibits? Hoe beleefbaar is een online variant?
Welke invloed heeft dat op historisch bewustzijn en community-vorming? Verandert dit de perceptie ten aanzien van de canon vergeleken met een museum op locatie? Kunnen een virtuele versie, een open-source variant, een media-concept en een fysieke aanwezigheid elkaar versterken? Welke mogelijkheden zijn er bijvoorbeeld om op basis van persoonlijke profielen de canon per persoon te ontsluiten en hoe vertaalt zich dat in de communicatie.
Gedachte is dat de canon meer betekenis krijgt naarmate de erfgenamen zich er meer om bekommeren, het kunnen becommentariëren. En die erfgenamen zijn wij, Nederlanders, die met z’n allen een zegje doen, voortdurend meningen vormen en vervormen, verschuivende inzichten en oordelen veroorzaken, etc.
Bedoeling is dat de studenten aan de hand van deze minor een weblog gaan bijhouden. Zodra dat er is, zal ik er melding van maken.
Intussen ben ik erg benieuwd naar meningen en suggesties.