Branded zand en een verloren land
In de ReclameWeek (geen url…) die vanmorgen 16 februari binnenkwam, staat een artikel dat bij mij net iets meer teweeg bracht dan een frons. Het begin van het artikel moet ironisch bedoeld zijn, anders eet ik mijn hoed op. Het gaat om een voorpublicatie van een gedeelte van hoofdstuk 41 over Branded Content uit een nieuw te verschijnen praktijkboek over Relatiemedia van Sak van den Boom. De Elvis Presley van de branded content wordt hij genoemd. Het hoofdstuk begint dan ook met een hartverscheurende blues. “Van marketingmensen worden soms wonderen verwacht. Ze moeten tegenwoordig zelfs multimediaal kunnen denken.”
Tja, het moet niet gekker worden. Ik wil hier graag wat ironie aan toevoegen, omdat er een bepaald slag marketingmensen is, de goede niet tena gesproken enz, dat net zo lijkt te denken als (sommige) politici: “ik doe belangrijk werk omdat het belangrijk is en daarom is het belangrijk dat jij ook zo denkt.” Misschien dat ironie daartegen helpt. Volgens mij zijn er marketingmensen die zulke uitspraken als van Sak van den Boom bloedserieus nemen. En dan spreek ik uit ervaring.
Van wie moeten de marketingmensen eigenlijk multimediaal denken, of nemen ze hun eigen verantwoordelijkheid? Maar als het ondoenlijk wordt, waar moet het dan heen met de Nederlandse merken, de economie, de samenleving? De merkkracht van Nederland is tanende en juist als alle zeilen bijgezet moeten worden om de spontane merkbekendheid van Nederland te vrijwaren van negatieve connotaties, moet er ook nog multimediaal gedacht worden.
Aan de marketingmensen zal het heus niet liggen. De marketingmensen zouden als het moest het hele land willen besturen, heus wel (of desnoods het hele universum, wat dacht je van de brandvalue van MilkyWay?) in iedere marketeer schuilt immers een beetje een God (of Godin).
Duidelijk moge zijn dat er, om dit land niet te laten afglijden tot een B-status of erger, intussen een initiatief nodig is, een initiatief dat op korte termijn al werkt. En aan wie moeten wij dat anders overlaten dan aan marketingmensen?
Niemand weet overal zoveel vanaf als de marketeer. Niemand rijdt ook zo hard van hot naar her. Haantjesgedrag? Denk na. Een marketeer lijkt eerder op een multitaskende moeder van drie kinderen met fulltime baan! En dan ook nog multimedia? Welja zeg, alsof een marketeer behalve zorgen om fitness, outfit, remake, make-up, leaseauto, autoclub, netwerkhub, krappe marges, marginale types, typediploma, bloemetje kopen, targets turven, ellebogen betten, kaartje sturen, vakliteratuur lezen, conferenties bezoeken, koffieverslaving (of erger) beteugelen, you name it, al niet overladen genoeg is! Toch is dat niet het issue voor marketingmensen. Waar het om gaat is dit: hoe komt het toch dat iedereen altijd veel te traag is om de marketeer bij te benen. In plaats van mee te werken en initiatief te tonen, daadkracht, in plaats van de juiste prioriteiten te stellen, lopen ze de marketeer alleen maar voor de voeten met overbodige termen als multimedia. So tell me: Waar moet dat heen in dit land.
Er is een oplossing, geloof het of niet. Het is eigenlijk te simpel voor woorden. Don’t shoot the messenger, maar de boodschap is deze: De marketeer hoeft niet alles zelf te doen en hoeft niet alles te weten.
Verklaar mij maar voor gek, maar ik ben er van overtuigd. Je zou denken: een goede marketeer maakt het easy voor een reclamebureau, invuloefeningen. Een marketeer met de juiste ambitie maakt niet alleen een hoofdredacteur overbodig, maar zelfs een uitgever, een marketeer die een caririeregericht is wordt zelf uitgever, maar dit terzijde. Je zou denken: een goede marketeer maakt welke manager dan ook overbodig, om te beginnen met de creatives. Je zou denken: een goede marketeer is zelf creatief genoeg. Maar kom niet ook nog eens met multimedia aan. Wat? Je gaat me toch niet vertellen dat we het nu opeens over crossmedia moeten hebben?
Zo kan het wel weer. Iemand met een tamelijk heldere en nuchtere kijk op de zaken zei tegen mij (op het offline feestje van Ilse Media), toen ik opperde dat de helft van de aanwezige marketingmensen misschien niet eens zo heel veel bijdroeg aan de bedrijfsresultaten, dat het schrappen van die helft de bedrijven eindelijk winstgevend zou maken. Dat is natuurlijk verre van waar! Toch blijft de gedachte aan me knagen. Stel je voor dat creatieven en gewone leidinggevenden met de menselijke benadering het opeens weer op gevoel en ervaring moesten doen… Nee, dan zijn we pas echt verloren. Merk je het al?