gebrek aan fanatisme
“Bloggen is hard werken! Bloed! Zweet! Tranen! Schrijven, redigeren, commentaren lezen, spam verwijderen, updates installeren.”[…] “Passie, authenticiteit en eerlijkheid, dat is bloggen.”
Frank Meeuwsen, Frank-ly, heeft 32 collega-bloggers gevraagd om hun mening te geven over zijn vraag: “Wat is volgens jou het grootste misverstand of de grootste leugen over webloggen?” Er zijn 14 responses gekomen, maar ik denk dat dit er nog wel meer gaan worden, verspreid over en overgenomen op diverse blogs (zoals deze), becommentarieerd, herzien en alsnog gerespondeerd.
De Nieuwe Reporter, bij monde van Martijn de Waal (toch?), noemt daarbij ook fanatisme als ingrediënt: “Fanatici en geïnteresseerden kunnen met enig verstand van zaken een blog over hun onderwerp opstarten. Hetzelfde geldt voor deskundigen op een bepaald gebied. Ik gebruik met opzet het woord fanatici, want het onderhouden van een goede blog kost veel tijd en energie.”
Er worden nog veel meer rake opmerkingen geplaatst, waarbij vooral het misverstand dat weblogs al dan niet journalistiek zouden zijn me aanspreekt.
Ik merk bij mezelf dat het me na verloop van tijd tegenstaat als een medium, tijdschrift, televisie, internet, enzovoort, het aanzien krijgt van een geloof. Met bijbehorende geloofsgemeenschap, met voorgangers, gelovigen, erediensten, heilige schriften, ketters, psalmen, collectes, ouderlingen, geloofs-hoogleraren, hoedjes, oeucumene (crossmedia). Of voor mijn part een links geloof van discussieavonden, agendapunten, voorzitters, vrijwilligers, flyers, spandoeken, gescheiden afval, elitaire kunst voor het volk. Zoals in een geloofsgemeenschap kennen ze elkaar bij de televisie, net als bij de tijdschriften en bij de krant, bij de radio, bij telecom, bij SpinAwards en DutchBloggies.
Dat lijkt me alleszins begrijpelijk en ook vaak handig voor uitwisseling van (vak)kennis en ervaring. Ik kan niet echt spreken van aversie, dat is een veel te groot woord. Het is ook zeker niet zo dat ik denk daar boven te staan. Integendeel, ik voel me een armzalige zondaar onder de bloggers. Na een eerste enthousiasme vanwege de essentie van de boodschap (kort gezegd Web 2.0) en vanwege de aardige, erudiete, verrassende, behulpzame mensen die bloggen, merk ik dat andere prioriteiten die een tijd opzij geschoven zijn me nu weer volop in beslag nemen. Daarover zou ik best zo nu en dan iets willen schrijven, bij wijze van dagboek. Ik denk alleen dat weinig mensen daar op zitten te wachten.
Ik heb na zeer intensief zoeken, vergelijken, overwegen, inspecteren en verder intensief zoeken en onderhandelen een andere auto gekocht. Wat een gedoe. Eerst wilden we een stevige en stijvolle volvo. Het werd een Renault Laguna, 1.9 dci Dynamique met business pakket uit 2001, beslist een koopje, zeker omdat er ook nog een tomtom en set winterbanden bij zit. De airco/climate control werkte niet, maar er bleek een stekkertje los te hangen bij het motorblok. Ik heb het zelf weer vastgeklikt. Who cares? Ik kom mijn oude trouwe Peugeot 405 break GLX uit 1995 aan de straatstenen niet kwijt (500 euro, geen APK). Nou en? Al het spaargeld van de afgelopen 3 en de komende 3 jaar is er nu doorheen gejaagd vanwege een gerieflijke auto. Dus? Er is haast geen product waar je zo hard op afschrijft als op een auto en iedereen lijkt dat normaal te vinden. Het geloof in de auto neemt alleen maar toe, lijkt het. Daarom wellicht zijn autohandelaren nog minder te vertrouwen dan de “gewone” handelaren? Zal wel. Dit terzijde.
In januari was ik een weblog begonnen om twee redenen: ik wilde de blogosfeer doorgronden als mede-gebruiker. En ik wilde nieuwe contacten opdoen. Missie geslaagd. Maar ik wilde ook meer schrijven, nadat ik mijn capaciteiten op dat gebied jaren had gefnuikt door nog slechts kattenbelletjes en zakelijke berichten via e-mail te schrijven. Omdat ik nu eenmaal al jaren in diverse media werkzaam ben, voorstander ben (vanuit de praktijk) van vermenging van media t.b.v. een optimaal bereik en resultaat, ervaringen daarover wil uitwisselen, nieuwe meningen wil vormen, omdat ik wil innoveren, dacht ik over crossmedia te schrijven.
Maar Nederland is klein en in het Nederlandse taalgebied valt er al genoeg over (cross)media te lezen, of over marketing, storytelling, creatie, internet, journalistiek. En die gedachte ondermijnde mijn enthousiasme.
Of is het een misvatting dat je om (succesvol) te webloggen moet beschikken over een USP? Moet je wel succesvol webloggen? Wil ik er geld mee verdienen? Is het belangrijk dat er reacties op mijn postings komen?
Een cruciaal onderdeel van communicatie vind ik de (mogelijkheid tot) interactie. Ik loop niet graag mompelend over straat, alleen, unisono. Toen ik in mijn vorig leven beeldend kunstenaar was, stond het me enorm tegen om voor mezelf vanwege mezelf en ondanks mezelf iets te creëren als allerindividueelste uiting. Ik wilde interactie en dus maakte ik bijvoorbeeld een mobiele installatie waar mensen naar believen in en uit konden gaan, kunstwerken open en dicht konden doen, discussiëren en dat op de stoep van Aanzienlijk Museum.
Is dat wat veel webloggers doen? De plek van de zelfstandige, amateuristische weblogger is als volgt bepaald: op eigen initiatief op de stoep van het Instituut? Amateurisme in de zin van liefhebberij. Als gewezen kunstenaar weet ik wel dat er ruim voldoende amateurisme is en dat het nauwelijks telt om heel professioneel (vakbekwaam, origineel, op zeker niveau) en toegewijd (dagelijks, productief, telkens het beste) te werken als je daar onvoldoende resultaat mee behaalt. Dus dat je van de bijstand leeft of van armzalige bijbaantjes, vol kritiek en aversie opkijkend tegen degenen die wel succesvol zijn, en hoopt op roem na je dood. Wat net zoiets is als een vijfsterren maaltijd (inclusief mosterd) nadat je van de honger gestorven bent.
Wat drijft de amateruristische weblogger? Is er fanatisme in het spel? Geloofsijver? Sturm und drang? En wat drijft de professionele weblogger die er van kan bestaan, die het onderdeel kan laten uitmaken van een professionele routine? Ik denk dat die scheiding wel gemaakt moet worden. Net als bij voetballen, of pianospelen, of vliegeren.
Mijn drijfveer is een stok achter de deur om te blijven schrijven en aldus mijn mening preciezer te vormen. En een stok achter de deur om andere weblogs te lezen. Dat kost zo mogelijk nog meer tijd. Mijn drijfveer is, kort gezegd: communicatie. Zo niet in optima forma, dan toch in een toegankelijke, tamelijk directe vorm.
Wat me soms weerhoudt, ook bij het lezen van weblogs, is de geloofsgemeenschap, het scherpslijpen van interpretaties van de Schrift, het vliegen afvangen, het interessant doen. Gelukkig komt dat maar heel zelden voor…
Je zou het dus een misverstand kunnen noemen dat weblogs interessant (moeten) zijn. Of dat alle webloggers fanatiek zijn en overtuigd bezig met Web 2.0. Ik ben niet fanatiek en het zal het ook nooit worden. Waarschijnlijk is dat een tekortkoming.