alleen gekken en dwazen schrijven
heel mooi schrijven kan ik niet, doe ik niet
geen metrum en verdwaald slechts metaforen
in versvoeten met een beetje goede wil
klomp en sandaal de moeten, het moeten
een mengelmoes van taalsoorten, ik bedoel
ongebruikelijk ouderwets technisch
woorden die met uitsterven bedreigd worden
vermengd met reclametaal en niemendal
de filosofie van een weinig sonore kattebel
ik weet het niet, dat weet ik wel
een poëtische vertaalslag vindt niet plaats
niet noemenswaardig is mijn predicaat
wel zijn er woorden waarover ik struikel, keelkikkers
plompverloren loop ik tegen dingen aan en zo
probeer ik het te verwoorden, niet
zoals het is, nee zoals het per ongeluk klinkt
en met een kruiselings netwerk van betekenissen
gedachtensprongen die de horden van de realiteit
nauwelijks te boven komen, werkelijk paal en perk
stel ik vast, onvast; het onzekere vóór het zekere
als ik een timmerman was, gebruikte ik sloophout
vermengd met kromgetrokken latten van de Gamma
probeerde ik misschien een zwaluwstaart tuimeling of rabat
om geagiteerd met schroeven en lijm te eindigen
het valt niet om, het valt te bezien
hoe goed het mettertijd zal functioneren
en dat schrijf ik en ik weet het
als geen ander uit mijn strot te krijgen
als geen nabarige conclusie of matige vergoeilijking
als geen ongewenste incubatie, maar aanleiding
tot een onvergelijkelijk gesprek