De veer en de veerman
Tijdens de literaire middag van het Autour de Vincent festival in Zundert, jaren ’80, kondigde ik Joost Zwagerman aan: “We komen allebei uit (de buurt van) Alkmaar, we zaten allebei in Alkmaar op de middelbare school, we houden allebei van kunst en literatuur en schrijven graag, maar ik ben net iets ouder.” Dit grapje kon hij wel waarderen; we waren ook geen volstrekt onbekenden van elkaar.
En nu weet ik dat hij me qua leeftijd nooit meer zal inhalen. We hebben opeens niet meer alle tijd om lang geleden gesprekken weer op te pikken. Ik dacht ‘dat komt wel.’
Als de tijd met ons verbonden is door een langgerekte veer, die ons in tijden van twijfel over de peilloos diepe gaten in ons bestaan trekt, dan was zijn veer zomaar opeens, of uit immense vermoeidheid gebroken.
Gisteravond was ik verbijsterd, daarna verward en nu probeer ik me met zulke onweerlegbaarheid te verzoenen. Ik genoot, op afstand, van zijn welbespraaktheid en ik leef mee met de mensen die hem nabij waren.
De verschrikking maakt plaats voor stilte. De veer maakt plaats voor de veerman. Zijn verlossing is een verlies voor velen.